Ruimtelijke ordening

Ruimtelijke ordening

We vertrekken van een helder kader. Onze gemeente beschikt over een pas goedgekeurd Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Dit biedt ons de kans om zelf een lokaal beleidsplan op te maken.

  • Daarbij beschermen we de open ruimte, versterken we de kern en zorgen voor verdichting i.p.v. versnippering.
  • We kiezen voor verweving van functies en voor efficiënt ruimtegebruik.
  • Ons ruimtelijk beleid staat niet op zichzelf, het heeft links met mobiliteit, natuur en milieu en economie.

Om te vermijden dat we steeds meer open ruimte moeten aansnijden, verhogen we het ruimtelijk rendement door de bestaande ruimte beter te gebruiken. Dit doen we door:

  • turnzalen, speelplaatsen en refters van scholen te laten gebruiken door buurtbewoners en het verenigingsleven
  • hergebruik en herbestemming van in onbruik geraakte gebouwen. We denken hier in de eerste plaats aan het oude gemeentelijk magazijn. Om leegstand te bestrijden kiezen we voor stimulering en een sturend fiscaal beleid. We zoeken actief naar partners voor de invulling van leegstaande panden, zoals in de Buerstedelei. De gemeente kan ook zelf strategische projecten ontwikkelen, zoals in de Adriaan Sanderslei.
  • Een terrein dat langere tijd braak ligt, kan een tijdelijke invulling krijgen als buurtparkje, speelterrein, of als moestuin. De braakliggende grond in de Zwaluwenlaan biedt zo’n kans.

 

Groen kiest voor een kwalitatieve en doordachte kernversterking en verdichting.

Zo biedt een terrein vlakbij de kern, in de Adriaan Sanderslei, een mooie opportuniteit, omdat het goed ontsloten is en in de nabijheid van openbaar vervoer.
Een snelweg als de A12, die druk bewoonde gebieden doorkruist, wordt best overbouwd of ingekapseld in een groene buffer. De overkapping zorgt ervoor dat de baan geen barrière meer vormt tussen de wijken.
We werken op maat van de omgeving. Hoger bouwen is mogelijk en wenselijk, algemene appartementenbouw niet. We houden rekening met de draagkracht van de omgeving en respecteren het bestaande erfgoed.

Groen kiest ook voor diversiteit aan woontypes, wat kan zorgen voor een gezonde mix van bewoners. Zo kunnen zowel singles, als jonge gezinnen met kinderen en oudere koppels aan hun trekken komen.
Verdichting moet ook ruimte laten voor publieke ruimte, water en groen. Dat kan bv. door het vrijmaken van binnenruimtes, als publieke ruimte, of door de heropening van een trage weg. Voetgangers en fietsers kunnen zich zo snel, veilig en comfortabel verplaatsen en genieten ook van de omgeving. Projectontwikkelaars geven we opdracht ook gemeenschapsvoorzieningen en publiek groen te voorzien. Dergelijke ontwikkeling kan ook gebeuren via een intercommunale die gelijk toezicht houdt op de kwaliteit van het project.

Ruimtelijke ordening vertrekt niet van een wit blad. We worden soms geconfronteerd met ruimtelijke wanorde, of verziekte gebieden. Via een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) kunnen we een slecht gelegen of een overstromingsgevoelig woonuitbreidingsgebied omzetten in open ruimte, of er een andere bestemming aan geven. Dit kan in overleg met de Vlaamse Landmaatschappij.

Open ruimte staat ook meer en meer onder druk door de aanwezigheid van constructies die er eigenlijk niet thuishoren. Zo zijn er de ‘vertuining’ en de ‘verpaarding’ van sommige weilanden. We kiezen voor een tweesporenbeleid. Enerzijds een restrictief vergunningsbeleid, anderzijds een beleid dat slim inspeelt op opportuniteiten, om de verrommeling terug te draaien. 

 

Open ruimte is meervoudig bruikbaar, maar het moet wel gebeuren met respect voor de draagkracht van het gebied. Aandacht moet gaan naar de hoofdfuncties landbouw, natuur, bos en water.

  • We verhogen de belevingsruimte van het platteland door actief te werken aan een respectvolle alliantie tussen landbouw, natuur en zachte recreatie. Dit gebeurt momenteel al door samenwerking met de provincie en de zuidrand.
  • Landbouw heeft als functie om op milieu- en diervriendelijke wijze te zorgen voor kwaliteitsvol voedsel. Groen wil landbouwers ook de kans bieden actief mee te werken aan het behoud, het beheer en een kwaliteitsverbetering van het platteland. We staan ook positief tegenover de diversificatie van het landbouwleven, onder de vorm van o.m. energieopwekking, medebeheer van een natuurgebied,  hoevetoerisme, korte ketenverkoop en voedselteams.
  • Meervoudig gebruik van de open ruimte vergt wel een goede afstemming van ‘hardere’ en ‘zachtere’ functies. Daarbij blijft ook ruimte voor ‘vrije’ natuur aangewezen.
  • Erosiegevoelige gebieden hebben nood aan bestrijdingswerken als erosiepoelen, buffergrachten en –bekkens.
  • Lokaal toerisme kan een drager worden voor een aangepast streekontwikkeling. De behoefte om zich te ontspannen in een gezonde, natuurlijke omgeving zal nog toenemen. Een gebied als de Reukens biedt hier mooie kansen.

 

Groen en water zorgen in een woonwijk voor lucht en afkoeling. Ze vormen een tegengewicht voor de opwarming van de aarde.

  • We passen de groennorm toe om voldoende bereikbaar en beleefbaar groen te garanderen, dit zowel in de wijken als in stadsrandbossen en natuurgebieden.
  • We geven water weer meer ruimte door grachten open te gooien, wadi’s te voorzien…
  • We vergroenen gebouwen met groendaken en gevelgroen.
  • We beperken verharde oppervlakten, om overstromingsgevaar in te perken.
  • Groenblauwe dooradering is niet alleen belangrijk binnen de woonkernen, maar ook in landbouwgebied. Daarom dragen we bomenrijen, houtkanten en ecologisch onderhouden bermen een warm hart toe.

 

Groen wil tenslotte ook aandacht besteden aan de kwaliteit van de openbare ruimte.

  • Op parkeerplaatsen en andere open ruimten voorzien we meer groen.
  • Bij de (her)aanleg van publieke ruimte houden we rekening met kwaliteitscriteria als: wandel- en verblijfscomfort, zitplaatsen en toiletten. Kwalitatieve publieke ruimte is afgestemd op de omgeving, is mooi en aangenaam om te vertoeven, biedt belevingswaarde.
  • Bij herinrichting houden we ook rekening met bestaande kwaliteiten en met de geschiedenis van de plek, bv. bij de valorisatie en de versterking van het groen op het vroegere kerkhof naast de kerk.
  • Een kindvriendelijke ruimte is een kwaliteitsvolle ruimte. Daarom ziet Groen dit als een centraal aandachtspunt bij heraanleggingswerken. We werken verder aan een ‘speelweefsel’, een netwerk van informele kindvoorzieningen en verbindingen tussen die voorzieningen.
  • We kijken erop toe dat straten en pleinen ook goed toegankelijk zijn voor ouderen, mensen met een rolstoel of rollator of slechtzienden…

 

Open ruimte moet soms gecreëerd of heraangelegd worden. Daarbij kiest Groen voor een ruimte participatie van de burger. Die moet zo vroeg mogelijk bij een project betrokken worden. We opteren daarom voor het z.g. ‘ontwerpend onderzoek’. Dit is een techniek die ‘ruimtelijk ontwerp’ en ‘onderzoek’ combineert. Ontwerpend onderzoek maakt gebruik van thematische kaarten, maquettes en driedimensionele schetsen of foto’s, die de uiteenlopende mogelijkheden voor de inrichting van een gebied in beeld brengen. Bij dit onderzoek worden ook experten, stedenbouwkundigen en verkeersdeskundigen, maar ook bewoners, eigenaars en verenigingen betrokken.

 

Plannen en vergunningen zijn het vertrekpunt van een goede ruimtelijke ordening, maar handhaving van wat wordt afgesproken en vastgelegd vormt het noodzakelijke sluitstuk.
We maken werk van een lokaal handhavingsbeleid, met een visie en afspraken met alle betrokken partners. Daarom opteren we voor een protocol tussen de gemeentelijke handhavers, HEKLA en parket. De gemeentelijke handhavers leggen de nadruk op preventie, aanmaning en controle op de afgesloten vergunningsvoorwaarden. HEKLA doet vaststellingen en verbaliseert of vaardigt bestuurlijke maatregelen uit. De politie controleert ook de naleving ervan. De burgemeester houdt controle op de veiligheid.
Omdat de opstelling van een PV niet noodzakelijk leidt tot het herstel van de gewenste toestand, is een aanvullende vordering voor de burgerlijke rechtbank noodzakelijk. Eerst zal dit de gemeente geld kosten, maar uiteindelijk is dit de enige manier om geloofwaardig op te treden tegen overtredingen die anders zonder gevolg blijven.   

 

 

Terug naar overzicht